Duurzaamheid = Sustainability = Het op een zodanige manier gebruik maken van de aarde dat deze in natuurlijk evenwicht blijft.
Het begrip duurzaamheid is inmiddels een containerbegrip geworden. Iedereen pretendeert duurzaam te bouwen of duurzame producten te gebruiken maar de praktijk leert toch vaak anders. Naast het feit dat we ons er meer bewust van moeten zijn welke materialen wij gebruiken om te bouwen, waar deze materialen gemaakt worden en welke impact deze materialen, het vervoer ervan en het gebruik ervan hebben op het milieu moeten we ook kijken naar het besparen op energie gemaakt door fossiele brandstoffen.
Op dit moment leven wij op een manier waarbij de wereld niet langer in evenwicht is. De gemiddelde mens gebruikt (te) veel energie om te voorzien in de huidige levensbehoefte en put daarmee de natuurlijke reserves van de aarde uit. Tegelijkertijd stoten wij door het gebruik van fossiele brandstoffen en door onze levensstijl veel CO2 uit met tot gevolg dat de aarde opwarmt. Deze opwarming is de laatste jaren explosief gestegen met als gevolg vooral klimatologische veranderingen wereldwijd. Het gaat te ver om alle gevolgen te beschrijven maar grote delen van de wereld worden geteisterd door droogte terwijl op andere gebiedend juist extreme regenval en orkanen voorkomen. Dit heeft een enorme invloed op flora en fauna, er sterven dieren en planten uit en de economische gevolgen zijn overal al merkbaar. Uit diverse studies is gebleken dat als wij als mensheid doorgaan met het gebruiken van de aarde zoals we nu doen, de aarde in 2040 gemiddeld met 6 graden opgewarmd is. De klimatologisch gevolgen zoals stijging van de zeespiegel zijn dan niet meer overzien.
Wereldwijd zijn er afspraken gemaakt om de opwarming van de aarde tegen te gaan maar vaak moeten de goede bedoelingen plaats maken voor economische afwegingen. Grote delen van oerwouden bijvoorbeeld, de longen van de aarde, worden gekapt voor houtopbrengsten en basisgrondstoffen.
Naast de uitstoot van industrie en transport wordt ook een belangrijk deel aan energie verbruikt voor huishoudelijk gebruik en voor het comfort in een gebouw zoals verwarming en koeling. Hier is op bouwkundig gebied nog enorm veel te winnen. Door gebouwen te ontwerpen die nauwelijks energie vragen en daarbij gebruik te maken van nieuwe, schone energieopwekking kan een grote positieve bijdrage gedaan worden aan het voorkomen van de opwarming van de aarde.
Omdat fossiele en tevens milieubelastende brandstoffen steeds schaarser worden, zullen energieprijzen en daarmee de bewustwording in de keuze van energiebronnen toenemen. De overheid stuurt, als onderdeel van wereldwijde afspraken, hierop aan door energie-eisen van nieuwbouw steeds verder aan te scherpen.
Een duurzaam gebouw heeft tijdens de bouwfase en in het gebruik een minimale milieubelasting. Een goed ontwerp houdt rekening met mogelijke functieveranderingen in de toekomst of biedt de mogelijkheid om met minimale wijzigingen hierop aangepast te kunnen worden. Woningen bijvoorbeeld dienen levensloopbestendig te zijn, dat betekent dat het gebouw in elke levensfase optimaal gebruiksgenot biedt. Bouwmaterialen zijn bij voorkeur volledig recyclebaar en lokaal geproduceerd zodat ook de transportweg minimaal is.
Waarom wachten? Met moderne bouwmethoden en innovatieve oplossingen is het ook nu al goed mogelijk om passiefhuizen te bouwen die niet of nauwelijks hogere bouwkosten hebben dan traditioneel gebouwde woningen. Onze overtuiging is dat een energie-nul of energieneutrale woning op basis van de passiefbouwmethode economisch nu al rendabel is.
De binnentemperatuur van je woning het hele jaar op peil met alleen de energie van een waakvlam? Dat klinkt als onmogelijk, maar met Passiefbouwen is dit zeer goed mogelijk.
De oorsprong van deze bouwmethode ligt in de 80er jaren. De Chinese overheid had vanwege te weinig energieopwekking gesteld dat in het zuiden van China woningen geen verwarming mochten hebben. Omdat deze woningen in de winter natuurlijk erg oncomfortabel waren is de Zweedse professor Bo Adamson ingeschakeld om te onderzoeken hoe deze woningen toch meer comfort konden verkrijgen. De oplossing door Prof. Bo Adamsom bestond uit het veel beter isoleren van de woningen en door optimaal gebruik te maken van de gratis voorhanden zonnewarmte.
Terug in Europa kwam prof. Bo Adamson in contact met zijn Duitse collega prof. Wolfgang Feist. Samen besloten ze dat dit principe eigenlijk ook voor andere continenten van toepassing zou moeten zijn. In Darmstadt is in 1991 het allereerste passiefgebouw, een appartementengebouw, gebouwd en deze is vervolgens jaren lang gemonitord. Toen vastgesteld was dat het energieverbruik tot een tiende teruggebracht bleek te zijn is in 1996 het Passiefinstituut in Darmstadt opgericht.
Om als passiefgebouw gekwalificeerd te kunnen worden moet het gebouw voldoen aan een aantal eisen die gesteld zijn door het instituut. Er is een maximum gesteld aan het energieverbruik per m2 voor verwarmen maar ook voor het totale energieverbruik per m2. Deze eisen zijn respectievelijk 15kwh/m2 en 120 kWh/m2 voor nieuwbouw en voor renovatie respectievelijk 25kWh/m2 en 130kWh/m2. Ook is er een eis gesteld aan infiltratie, het verlies door kieren en spleten Om aan deze eisen te voldoen moeten er een aantal bouwkundige uitgangspunten gehanteerd worden. Het gebouw dient zon-georiënteerd ontworpen worden waarbij vooral op het zuiden veel glas toegepast wordt en waarbij op het noorden liefst weinig glas toegepast wordt. Wel dient men er rekening mee te houden dat er geen oververhitting plaats vind. De thermische schil rondom het gebouw, dus vloeren, gevels, daken en ook de beglazing zijn erg goed geïsoleerd. De isolatiewaarden liggen gemiddeld 3x hoger als een woning gebouwd volgens bouwbesluit. Ten slotte dient er een gebalanceerd ventilatiesysteem toegepast te worden waarbij middels WTW de frisse ventilatielucht wordt voorverwarmd.
Om vooraf maar ook achteraf te kunnen toetsen of het gebouw voldoet aan de gesteld eisen wordt een uitgebreid rekenprogramma, Het Passief Huis Planning Pakket, kortweg PHPP gebruikt. Indien het gebouw voldoet aan alle eisen wordt het gecertificeerd als een Passiefgebouw .
Passiefbouwen heeft de toekomst, vooral met het oog op de door de overheid beoogde beperking van CO2-uitstoot, het dreigende tekort aan fossiele brandstoffen en dus stijgende energieprijzen en de groeiende bewustwording van energieverbruik gecombineerd met de toenemende vraagt naar onafhankelijkheid.
Een bewoner van een passiefhuis krijgt hiermee een woning die niet alleen gezonder maar ook zeer comfortabel omdat overal een gelijkmatige temperatuur verkregen wordt. Tevens zorgt dat concept voor een enorme besparing op de energiekosten.
In Nederland zij wij gewend om ‘frisse’ lucht via ventilatieroosters binnen te halen. Dit betekent in de koude periode dat we dus koude lucht moeten opwarmen die we vervolgens weer naar buiten blazen. Dit kost veel energie en daarom wordt in een passiefhuis gebruik gemaakt van gebalanceerde ventilatie met warmte-terugwinning.. Deze wordt door middel van filters ook nog eens gezuiverd van fijnstof en pollen zodat de woning ideaal is voor mensen met astmatische aanleg. Als bewoners zien welke vuil achterblijft in de filters willen ze deze liefst vaker verwisselen. “Bij een conventioneel ventilatiesysteem zijn onze longen deze filters.” En ja, de ramen kunnen gewoon open!
De bouwwereld in Nederland is erg conservatief en er wordt vooral gekeken hoe we zo goedkoop mogelijk kunnen bouwen. Een van de redenen dat passiefbouwen in Nederland zo weinig wordt gebruikt, in tegenstelling tot ons omringende landen, is de opvatting dat het veel duurder is als een standaard (bouwbesluit) gebouw. Er wordt gesproken dat het tot wel 40% duurder is maar dit is vooral gebaseerd op onwetendheid.
De bouwkundige kosten zijn wel wat hoger maar omdat de woning nauwelijks een verwarmingsinstallatie nodig heeft zijn de installatiekosten veel lager. Per saldo is een passiefwoning zo’n 3 % duurder.
Daarnaast is het zo dat een dubbele woning minder energieverlies heeft omdat er een woning scheidende wand is waardoor minder energie verloren gaat en er dus minder isolatie nodig is, Bij een tussenwoning is dit energieverlies nog minder en bij gestapelde bouw is passiefbouwen qua bouwkosten zelfs voordeliger als een traditionele bouwmethode! Als je uitgaat van energie-nul of neutraal is passiefbouwen in sommige gevallen veelal goedkoper.
Verder geven aannemers ook vaak een te hogere prijs op omdat ze moeten voldoen aan de testen die tijdens de bouw gedaan worden.
In de toekomst zal het uitgangspunt zijn dat een gebouw zelfvoorzienend moet zijn qua energie, het zogenaamde energieneutraal bouwen. Als we kijken naar de investeringen die gedaan moeten worden bij een standaard gebouw om deze naar energieneutraal te krijgen, ten opzichte van de investering die nog nodig is om een passiefgebouw naar energieneutraal te brengen, blijkt dat passiefbouwen als basis zelfs voordeliger is!
Belangrijker misschien nog wel als het economische voordeel is dat een passiefgebouw vooral comfortabeler en gezonder is. Comfortabel omdat er geen ongewenste luchtstromingen (tocht) in het gebouw zijn en omdat alles eenzelfde behaaglijke temperatuur heeft. Gezonder omdat de woning 24uur/dag van verse gezuiverde lucht wordt voorzien. Een passiefgebouw is dan ook uitermate geschikt voor gebruikers met luchtweg allergieën of astmatische aandoeningen.
Of passiefbouwen op de korte termijn net zo populair in Nederland wordt als over de grens, laat zich vooralsnog raden, maar in ieder geval willen wij onze opdrachtegevers hiermee bekend maken.
Bouwen met staal en beton is sinds “het nieuwe bouwen” van de Bauhaus-stroming de
standaard geworden, zeker als het om gebouwen met meerdere bouwlagen gaat.
Staal en met name beton zijn samen echter verantwoordelijk voor 50% van de CO2 -productie als
gekeken wordt naar de bouwfase.
Ecologisch bouwen betekent het beperken van staal en beton. Het alternatief hiervoor is bouwen met
hout. Met name Cross Laminated Timber (CLT) wint wereldwijd steeds
meer aan populariteit. Niet vreemd als men kijkt naar de eigenschappen van kruislings verlijmd hout:
Nauwelijks CO2 -uitstoot bij productie
Snel aangroeiende grondstof hout
Prefabricatie van grote elementen, nauwkeurig tot op de millimeter
Ten opzichte van beton 4x minder gewicht maakt een eenvoudigere fundering mogelijk
Ten opzichte van Houtskeletbouw (HSB) meer massa voor warmtebuffering
Isolatiewaarde van dragend element tot 10x hoger dan van een wand van steenachtig materiaal
Kierdichting veel beter dan bij een tradionele methode
Slanker bouwen door betere isolatiewaarden
Heeft geen verdere binnenafwerking nodig
Tot 3 maanden snellere bouwtijd en weersonafhankelijker werken
Droge bouwmethode bespaart veel water tijdens de bouw
Circulair door eenvoudig te demonteren onderdelen
Minder faalkosten
Minder bouwafval
Brandveilig
Voor meer informatie zie